Ik vond het tijd worden om maar eens te gaan beginnen. Ik zie het toch niet echt gebeuren dat er nog meer mensen aanmelden XD (natuurlijk mag het nog steeds, als we bezig zijn en jij hebt ook zin om mee te doen.)
Ok this is the situation: Ze zijn allemaal 's ochtends wakker geworden in een oude gevangenis waarin ze opgesloten zitten. Niemand weet waarom en de meesten zullen weinig herinneringen hebben van de vorige avond. De meesten zullen elkaar ook niet kennen.
Ik heb Kyran naar een soort eetzaal gestuurd (die is groot genoeg voor alle 'Heroes'). Ik heb gezegd dat er al mensen zitten, maar dat hoeven niet per se jullie personages te zijn: er zitten wel meer dan vier mensen opgesloten. Je mag natuurlijk wel zeggen dat het een van jullie personages is.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Au. Kreunend werd Kyran wakker. Wat was er in vredesnaam gebeurd? Alles deed pijn. Met zijn ogen stijf dicht geknepen – hij wilde niet weten hoe zijn hoofd zou reageren op licht, als het nu al zo’n pijn deed – draaide hij zich om, in een poging zijn stijve rug te ontzien. Echt, wat had hij gisteren gedaan? Hij probeerde zich te herinneren wat er kon zijn gebeurd waardoor nu alles pijn deed, maar hij kwam niet verder dan dat het gisteren eigenlijk een vrij normale dag geweest was. Eigenlijk was het laatste dat hij zich kon herinneren, dat hij tv had zitten kijken met zijn ouders. Het was vreemd. Wacht, nu hij er over nadacht; dit voelde ook helemaal niet als zijn bed. Dit bed was veel harder dan zijn zachte bedje.
Met tegenzin opende Kyran zijn helderblauwe ogen. Verbaasd staarde Kyran om zich heen. Dit was niet zijn kamer. Verre van, zelfs. Zijn kamer was groot, lichtblauw en overal lagen en stonden boeken. De ruimte waarin hij zich nu bevond was klein en grijs. Er stond niet veel in de ruimte. Twee bedden, op het ene bed lag hij, het andere bed was leeg en een bijna lege kast. Hoog in de muur zat een klein raampje met… shit, tralies.
Ondanks zijn pijnlijke spieren schoot Kyran gealarmeerd overeind. Tralies? Waar was hij? Hij begon toch een beetje bang te worden, toen hij naar de dichte… ja… celdeur liep. Wantrouwig voelde hij aan de deur, om tot zijn opluchting te constateren dat hij open ging. Hij wilde net de gevangenisgang op lopen, toen hij zich – net op tijd – realiseerde dat hij nauwelijks iets aan had. Ondanks de enigszins geruststellende conclusie dat hij niet opgesloten zat in een cel van twee bij twee meter, was hij bang. Hij wist niet of hij nog wel wilde weten wat er met hem gebeurd was. Hij vond zijn kleren onderin de kast en nadat hij gauw in zijn versleten spijkerbroek en zwarte T-shirt geschoten was, liep hij de gang op.
Hij hoorde geen andere mensen en dus besloot de telepaat zich te oriënteren op de gedachten van anderen, in de hoop dat hij niet de enige was. Het had lang geduurd voordat hij geleerd had om de gedachten en gevoelens van andere mensen buiten te houden, maar nu kon hij het. Meestal, dan; niet als de emotie of gedachte te sterk was.
Het duurde niet lang voordat hij had geconcludeerd dat er nog meer mensen waren. Waarschijnlijk op dezelfde manier hier terecht gekomen als hij, want angst en verwarring overheersten.
Hij had de zaal waar medeslachtoffers zaten al gauw gevonden. Het leek er op dat het een soort eetzaal van de gevangenis was. Binnen zaten enkele andere mensen, hevig te speculeren over hoe ze hier gekomen waren. Kyran ging ergens stilletjes apart van de groep mensen zitten. Hij hield niet van grote groepen mensen die hij niet kende; hij luisterde liever van een afstandje mee, om de gedachten van de mensen te leren kennen. Misschien was er iemand die meer wist dan hij. Iemand die zich nog wel iets herinnerde van de vorige avond.